De broers Brommet zetten zich in voor seksuele pluriformiteit

‘Maak dingen bespreekbaar’

De maatschappelijke acceptatie van seksuele diversiteit neemt toe. Toch lopen vooral oudere LHBTI’ers soms tegen problemen op, bijvoorbeeld in verzorgingstehuizen. Iets voor de barricaden? De broers Paul en Frits Brommet, emeritus-pastoor respectievelijk emeritus-dominee, bestrijden zulke kou liever door dingen bespreekbaar te maken. Deze lente ging redactielid Jury Smit met ze in gesprek.

Tekst: Jury Smit
Beeld: Marjolein van Panhuys

‘Veel 50+ LHBTI’ers hebben het moeilijk, vooral in tehuizen,’ weet de oud-katholieke Paul Brommet. ‘Zeker op latere leeftijd, bijvoorbeeld na een scheiding of na het overlijden van een partner, worden ze niet altijd geaccepteerd. Soms leidt dat tot pesterijen door medebewoners. Een enkeling gaat zelfs de kast weer in.’

Pastor Paul Brommet
Paul Brommet is pastor en nu deservitor van de parochie van de H. Willibrordus in Arnhem. Eerder werkte Brommet in de verslavingszorg, tot hij op 56-jarige leeftijd theologie ging studeren en priester werd. ‘Voor ik bij de OKKN kwam, was ik kerkelijk dakloos’, zegt hij. ‘Nu mag ik als pastor regelmatig praten met mensen die hun seksualiteit willen zien te vinden.’

Links: Paul Brommet, Rechts: Frits Brommet.

Stichting Roze 50+
Samen met negen anderen is Paul Brommet ambassadeur van de stichting Roze 50+, regio Oost. Deze stichting is voortgekomen uit de ANBO, de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen, en COC Nederland, de oudste LHBTI-belangenorganisatie ter wereld. Paul Brommet: ‘We helpen als Stichting Roze 50+ met raad en daad. Daarnaast organiseren we lezingen, concerten en bijeenkomsten. We verzorgen ook vaak projecten op scholen.’

Advies
Wat kan de stichting betekenen bij een hulpvraag van een LHBTI’er uit een zorg-of verpleeginstelling? Paul Brommet: ‘Allereerst adviseren wij mensen in zo’n geval om daar contacten te leggen, om dingen bespreekbaar te maken. Een nuttig instrument daarbij is het keurmerk “De Roze Loper”. Je kunt dat als instelling krijgen door een traject te volgen dat leidt naar sociale acceptatie van seksuele diversiteit. Daarbij zijn wij als stichting betrokken, maar het keurmerk zelf wordt verleend door een onafhankelijke certificerende instelling. “De Roze Loper” is geschikt voor woonzorg- en thuiszorginstellingen, maar ook voor organisaties voor mensen met een beperking, of welzijnsorganisaties.

Werkt het keurmerk ‘De Roze Loper’?
In het algemeen werkt het goed, in de stad soms wat beter dan op het platteland. Maar soms gaat het ook minder: niet altijd doet een instelling iets met een al verleend keurmerk. Daarom vinden wij het belangrijk dat de voorlichting in dat traject naar acceptatie zich niet alleen uitstrekt tot het personeel, maar ook tot de medebewoners. Daarnaast steunen we LHBTI’ers met het opzetten van woongroepen, daarvan zijn er al diverse. We hebben ook experimenten gedaan met speciale huizen, maar die liepen op niets uit.’

Frits Brommet, emeritus-predikant en bestuurslid van het LKP, de koepelorganisatie van de christelijke LHBTI-beweging: ‘Het is niet specifiek mijn werkterrein, maar ik vraag me af of zulke speciale huizen wenselijk zijn. Een huis kan ook gewoon open zijn voor iedereen, dan ben je als bewoner meer een deel van de maatschappij. Een mooi voorbeeld van zo’n huis is De Rietvinck in Amsterdam.’

Kentering
Beiden zijn het eens over een grote kentering rond het jaar 2000 in de sfeer rond seksuele pluriformiteit in ons land, ook in de kerkgenootschappen. Frits Brommet was als predikant van de PKN en een van de voorgangers daarvan, de Nederlandse Hervormde Kerk, een van de wegbereiders daarvan. Ook dat vroeg geduld, omzichtig manoeuvreren, en bespreekbaar maken. Want niet altijd waren de reacties even positief.

Vooral in de jaren zeventig en tachtig konden dingen heel gevoelig liggen. ‘Seksuele diversiteit was voor veel mensen in die tijd toch te controversieel. Toen ik als ziekenhuispastor/geestelijk verzorger erover dacht om in een gemeente te gaan werken, was het voor de gemeenten waarmee ik contact had een te grote stap om mij te beroepen als predikant. Dat was eind jaren tachtig, zo’n 30 à 35 jaar geleden!’

Acceptatie
Tussen 1980 en 1988 was Frits Brommet actief betrokken bij de discussie in de Nederlandse Hervormde kerk op landelijk niveau. ‘Bij een vergadering van de Generale Synode wees een spreker op mij en zei: “Daar zit de duivel in eigen persoon”.

Maar er waren ook mooie momenten, zoals die keer toen ik samen meteen collega een afspraak had bij de scriba, zeg maar de secretaris van toen nog de Nederlandse Hervormde Kerk, om over de acceptatie van homoseksualiteit in de kerk te praten. We zaten te wachten in de hal van een groot patriciërspand en waren best zenuwachtig. We bereidden ons al voor op wat ze wel “antichambreren” noemen: mensen laten wachten voor je ze naar binnen roept, gevolgd door een moeilijk gesprek. Maar de scriba kwam al na vijf minuten uit zijn kamer, spreidde zijn armen en riep; “Welkom, broeders!”

Geen belemmering
In 1988 nam de Generale Synode een document aan in een formulering die rekening houdt met alle gevoeligheden, maar waarin wel wordt gesteld dat homoseksualiteit geen belemmering mag zijn voor toelating tot kerkelijke ambten en activiteiten.’ Maar het bleef behoedzaam manoeuvreren, lobbyen en geleidelijk vorderen op het pad van de zo wenselijke pluriformiteit in relaties. Ook als je te horen kreeg: ‘Dat komt hier niet voor’. Frits Brommet: ‘Het is dan goed om niet te streven naar acceptatie maar naar bespreekbaarheid. Om niet te veroordelen, maar om vragen te stellen, in een gesprek dingen persoonlijk te maken en niet te abstraheren.’

Huwelijksinzegeningen
Frits Brommet: ‘De PKN kwam in 2004 met een document dat aangeeft dat het zegenen van andere relaties dan tussen man en vrouw officieel tot de mogelijkheden behoort.’ Paul Brommet: ‘Bij de Oud-Katholieke Kerk ging het iets gemakkelijker. Er was wel discussie en die leidde in 2006 tot een document van het Centraal Bestuur waarin onder meer staat: “De Oud-Katholieke Kerk van Nederland stelt geen bijzondere voorwaarden aan de seksuele leefwijze van gelovigen voor deelname aan de kernsacramenten van doop en eucharistie.” Dat document maakte ook huwelijksinzegeningen tussen twee mannen of vrouwen mogelijk.

Zelf ben ik sinds 2003 bij de Oud-Katholieke Kerk en ik voelde me meteen geaccepteerd. De formuleringen zijn in 2008-2009 nog wat aangescherpt en sindsdien is het nooit meer een issue geweest.

Canal Parade
Of het nu uitmaakt dat ze zelf homoseksueel zijn? Frits Brommet: ‘Eigenlijk niet.’ Paul knikt instemmend. Het gaat beiden duidelijk om het pastorale. Inmiddels hebben ze al een paar keer deelgenomen aan de jaarlijkse Canal Parade in Amsterdam. Frits Brommet: ‘Ik herinner me dat ik in 2016 de bij mijn domineestoga horende regenboogstola droeg, heel makkelijk, alle liturgisch kleuren zitten erin, en vanaf de boot ook mensen zegende. Ik kreeg daar veel mooie reacties op, er waren ook mensen die een kruis sloegen.’

Paul Brommet knikt instemmend: ‘Door activiteiten als deze zijn er de laatste jaren grote stappen gezet. Zelf was ik ook erg onder de indruk van de toespraak van André van Duin tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei afgelopen jaar. Maar waar nodig blijven we gewoon helpen.’

Dit artikel verscheen eerder in De Oud-Katholiek van juni 2022, nr. 2922.