Als je samen met een gids door een middeleeuws kasteel loopt, zie je veel meer. Met dat idee schreef pastoor Louis Runhaar het Klein liturgisch handboek. Mariska Teuben-van der Leest illustreerde het boekje met prachtige tekeningen, zodat je weet waar je naar kijkt. Louis: “Soms vallen er door het leren van een paar details ineens puzzelstukjes op hun plek. Dat is prachtig. Want door er meer van te begrijpen, kan de liturgie nog meer gaan leven.” Een dubbelinterview met Louis en Mariska over dit handboek voor de doorgewinterde oud-katholiek, de belangstellende bezoeker en de toetredende nieuweling.
Als tweede pastoor van de parochie Utrecht en als hogeschooldocent is uitleg geven een natuurlijke staat van zijn voor Louis: “Ik merkte dat het erg gewaardeerd wordt als ik meer toelichting geef over de achtergrond van de liturgie. Al die verhalen en details besloot ik op te schrijven, als handzaam naslagwerk. Ik wilde hiermee doen wat ik als priester altijd probeer te bevorderen: de liturgie vieren op een mooie manier die toegankelijk blijft.”
Mariska werkt als dierenarts, is parochiaan in Utrecht en tekent graag. “Maar mensen kennen mij waarschijnlijk vooral van de livestream uit de coronatijd, toen ik veel heb gezongen tijdens de vieringen.” Het tekenen is de laatste jaren steeds meer een serieuze bezigheid voor Mariska geworden. “En soms komen er dan leuke projecten voorbij, zoals dit boek van Louis. Aan de rand van het schoolplein –onze kinderen gaan naar dezelfde school – ontstond het plan om samen te gaan werken. Ik dacht meteen: leuk om te doen! Niet alleen leuk om te tekenen, maar ook om mezelf hier meer in te verdiepen. Want door te werken aan dit project, leer je er zelf ook veel van.”
Voor wie hebben jullie dit boekje gemaakt?
Mariska: “Zeker de helft van de kerkbezoekers in Utrecht is van origine niet rooms- of oud-katholiek. Ze zijn niet vertrouwd met de rituelen en symbolen, dus veel is nieuw voor hen, soms zelfs onwennig. Maar heel veel mensen weten de Oud-Katholieke Kerk te vinden, júist vanwege de rijke liturgie. Ik denk dat de mensen die nieuw in onze kerk komen, dit boekje enorm kunnen waarderen, omdat het hen beter kennis laat maken met iets waar ze al bewondering voor hebben.”
Louis: “Het is zowel gemaakt voor de belangstellende parochiaan als voor een nieuw lid, dat toetreedt tot de kerk. Ik merk dat bij kennismakingsgroepen vooral. Als we acht avonden hebben georganiseerd, willen mensen bij wijze van spreken wel zes avonden praten over onze liturgie. Daar willen ze alles van weten!”
Zelfs doorgewinterde oud-katholieken zullen iets nieuws kunnen vinden in je handboek. Wat was dat voor jullie?
Mariska: “Voor mij was heel veel nieuw! Ik ben nu 13 jaar oud-katholiek en dan weet je best wel veel al. Ik ben best intensief betrokken bij de vieringen omdat ik veel zing. Maar als je het “consumeert”, gaan er ook heel veel dingen langs je heen. Ik wist bijvoorbeeld helemaal niet welke gewaden er op het altaar worden gedragen en wie wat waarom droeg. Ik vind het ontzettend leuk om in het boekje te lezen waar bepaalde namen en termen vandaan komen.”
Louis: “Ik heb wel meegemaakt dat tijdens een vormingsavond over de doop het gebruik ter sprake kwam dat mensen zichzelf bekruisen met doopwater en daarmee als het ware weer door het doopvont heen gaan, door de Rode Zee en de Jordaan heen naar het Beloofde Land. Een doorgewinterde parochiane verzuchtte: ‘Nou snap ik pas waarom we dat doen!’ Dat was iets wat zij wel kende maar waarvan ze de betekenis niet doorgrondde. En dán pas gaat het voor iemand leven.”
Was het een uitdaging om sommige zaken in woorden of tekeningen te vatten?
Louis: “Het was echt een uitdaging om sommige dingen in woorden te vatten. Dat valt nog mee bij objecten als ‘miskelk’ of ‘wijwaterkwast’ maar met spirituele begrippen is dat altijd lastig. Met het boek heb ik geprobeerd om een helder leesbare samenvatting te geven van de liturgie in de Oud-Katholieke Kerk en mijn best gedaan om daar in woorden zoveel mogelijk het juiste gevoel aan te geven.”
Mariska: “Als tekenaar zat er voor mij ook een uitdaging in het algemeen houden van de voorwerpen of onderwerpen. Het was niet de bedoeling dat de hele inventaris van de Gertrudiskathedraal herkenbaar in het boekje stond. Maar dan is vervolgens de moeilijkheid: als het er niet zodanig uit mag zien, wat moet er dan wél in zitten om het nog een kloppend voorwerp te maken? Staan er bijvoorbeeld decoraties op een religieus voorwerp met een bepaald doel? Of was dat een keuze van de maker destijds? Daar heb ik veel onderzoek naar gedaan en vergelijkbare afbeeldingen voor onderzocht. Maar ik kon er uiteindelijk niet aan ontkomen dat er herkenbare voorwerpen uit de Gertrudis te vinden zullen zijn in het boekje, of zelfs herkenbare mensen.”
Louis: “Mijn oudste zoon bijvoorbeeld! Hij stond model voor een tekening in het boek, namelijk die van de misdienaar met het processiekruis.”
Mariska: “Ja, of de tekening van de bisschop bijvoorbeeld. Wie zou dat nou kunnen zijn?”
Hoe zijn de tekeningen gemaakt?
Mariska: “De dertig tekeningen zijn met pennen en stiften op papier gemaakt, niet digitaal. Dat draagt bij aan het vlotte resultaat dat ik wilde bereiken. Ik wilde dat de tekeningen levendig en herkenbaar zouden worden en heb bewust niet teveel in kleine details gewerkt.”
Louis: “Dat paste ook helemaal bij mijn visie. De liturgie kan vrij plechtig zijn en formeel, maar er hoort ook een luchtigheid in te zitten. Het is een mooi geheel geworden daardoor.”
Hebben jullie veel onderzoek moeten doen? Bronnen geraadpleegd?
Louis: “Het meeste zit in mijn hoofd. Dat heb ik in de loop van de jaren geleerd, door zelf dingen te lezen, tijdens mijn werk als kerkelijk journalist, tijdens mijn opleiding en door mijn werk in de kerk. Natuurlijk heb ik sommige details ook online moeten opzoeken of in een handboek even gecheckt hoe het daar werd beschreven. Ik wist bijvoorbeeld niet van welke boom wierookhars werd gemaakt, dat moest ik even opzoeken.”
Mariska: “De Boswellia!”
Louis: “Precies ja!”
Hoe hopen jullie dat het handboek gebruikt zal worden?
Mariska: “Het boek is door Louis naar verschillende parochies en staties opgestuurd, zodat iedereen er even doorheen kan bladeren. Wie het leuk vindt om zich er langer in te verdiepen, kan het boek aanschaffen. Ik kan me ook voorstellen dat mensen die in een toetredingstraject zitten, het heel handig en leuk vinden om op deze wijze kennis te maken met de liturgie.”
Louis: “Soms vallen er door het leren van een paar details ineens puzzelstukjes op hun plek. Dat is prachtig. Het oude christelijke woord ‘mystagogie’ past hier goed, dat betekent ‘het inleiden in het mysterie’. Dat is helemaal wat ik met dit boekje wil. En het allermooist is wanneer het in gesprekken door de pastores kan worden gebruikt, op verdiepingsbijeenkomsten over de liturgie. Want door er meer van te begrijpen, kan de liturgie nog meer gaan leven.”
Het Klein liturgisch handboek is via deze link te bestellen via de webshop van de Oud-Katholieke Kerk.