Pelgrimage naar Kapadocië

Op 21 en 22 juni vergezelde aartsbisschop Joris Vercammen Zijn Al-Heiligheid de oecumenische Patriarch Bartolomeüs op diens jaarlijkse pelgrimage naar Kapadocië. De aartsbisschop ontving daartoe een persoonlijke uitnodiging. Het mag gezien worden als een teken van waardering voor de relatie met de kerken van de Unie van Utrecht. Bovendien zet de Patriarch daarmee ook het oecumenisch belang van Kapadocië als bakermat van het christendom in de verf. Enkele honderden Griekse christenen maakten eveneens met de Patriarch deze pelgrimage mee. Sommigen van hen zijn nazaten van de verdreven christenen die tot het begin van de twintigste eeuw een vitale kerk vormden in deze streek. De kerkgebouwen en kloosters liggen er verlaten bij. Sommige zijn toeristische trekpleisters geworden, andere worden verwaarloosd. Hier volgt een impressie die door aartsbisschop na afloop geschreven werd.

Kerkgebouwen als wezen. Verwaarloosd staan ze erbij omdat hun gelovigen zijn moeten vertrekken. Een van de resultaten van de Grieks-Turkse oorlog van 1921/22 was dat een miljoen grieks-sprekende christenen have en goed in Kapadocië moesten achterlaten en gedeporteerd werden naar onder andere Macedonië. Enkele honderdduizenden moslims die Griekenland woonden ondergingen hetzelfde lot. Het ideaal van de natiestaat bepaalde het vredesverdrag van Lausanne waarin dit werd bepaald: één land, één volk, één cultuur, één godsdienst. Machthebbers houden van overzichtelijkheid. Het aangerichte lijden is tot op vandaag voelbaar. Met bussen komen nazaten van de oorspronkelijke bewoners naar Kapadocië om er samen met de Patriarch in enkele kerken te bidden en eucharistie te vieren. Met enkele honderden zijn ze. De Patriarch krijgt sinds vijftien jaar elk jaar één keer de toestemming van de Turkse regering om deze pelgrimage te ondernemen. Het economisch belang ervan speelt zeker mee: het volk dat de Patriarch op de been brengt zorgt voor een kleine extra impuls voor de plaatselijke horeca. Want christen-zijn is in Kapadocië nog lang niet vanzelfsprekend. Twee Rooms-Katholieke monniken wilden enkele jaren gelden een klein retraite-centrum met kerk openen maar kregen daarvoor geen toestemming. Ze leven hun religieus leven in een gewoon huis in een dorp. De vriendschap van het uitstralen: dat is wat hun drijft. Christen-worden is synoniem met jezelf buiten de samenleving plaatsen: dat doe je dan ook niet zomaar. Enkele jaren geleden is de Rooms-Katholieke bisschop van Kapadocië omgebracht door zijn chauffeur. De moordenaar verklaarde achteraf dat hij de zoon van de satan gedood had. Religieus geweld is ook in Turkije nog niet uitgeroeid. De broeierige sfeer van tegen elkaar opbotsende godsdienstige opvattingen waarin mensen geborgenheid zoeken, zorgt voor het tegendeel. Patriarch Bartolomeüs is een pleitbezorger voor religieuze tolerantie en dus ook van de multi-cuturele samenleving. De uniformiteit van de natiestaat is feitelijk onderdrukkend en gewelddadig. Wie vrede wil zal ruimte moeten laten voor het religieuze zoeken van mensen.

De Patriarch pleit voor solidariteit tussen moslims en christenen. Hij is ervan overtuigd dat authentieke gelovigen bondgenoten zijn in het opbouwen van een vredevolle samenleving die pas echt geborgenheid biedt. Maar op pelgrimage in Kapadocië wordt opnieuw een klein stukje van de weg ernaartoe afgelegd. Het is een voorrecht erbij te mogen zijn. Het doet denken aan de monnik die helemaal alleen is achtergebleven in een groot klooster. Elke ochtend en elke avond luidt hij het klokje. Hij onderhoudt in zijn eentje het gebed. Hij is trouw aan waartoe hij door de Heer geroepen werd. Hij hoopt dat er op een dag zich nog eens een medebroeder zal melden. Hij is ervan overtuigd dat het zal gebeuren, maar weten doet hij het niet. Ietwat melancholisch vertelt de Patriarch: “We leven van de nostalgie en de toekomst blijft onzeker.” Maar elk jaar blijft hij het klokje luiden, nu al vijftien jaar lang. Kapadocië is een bakermat van het Christendom. We hebben zijn getuigenis nodig in onze opdracht om aan vrede te bouwen. Kapadocië is een land van diep geloof, maar ook van groot lijden. De Patriarch zaait er nu kiemen van tolerantie en vriendschap: mosterdzaadjes van het Koninkrijk. Hij is als een stiefvader die zich ontfermt over de verweesde kerkgebouwen. “Ik ga er precies in de paastijd naartoe, elk jaar opnieuw, om er de verrijzenis te verkondigen.”, voegt Bartolomeüs eraan toe. Het gebed van de gelovigen bezielt ze opnieuw met hoop.

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 1 juli 2014