Ontsnapt aan de Beeldenstorm

Op donderdagmiddag 15 november werd in het Museum Catharijneconvent de tentoonstelling ‘Ontsnapt aan de Beeldenstorm’ officieel geopend door de wethouder voor cultuur in de stad Utrecht. Ruim vierhonderd belangstellenden deelden in de trots van de staf van het museum en genoten van de muzikale omlijsting en niet minder van de prachtige tentoonstelling zelf. Ruim negentig middeleeuwse beelden van hout, steen en pijpaarde uit eigen collectie en uit binnen- en buitenlandse verzamelingen zijn bij elkaar gebracht. De selectie geeft een beeld van de schoonheid van de Utrechtse beeldhouwkunst van het einde van de vijftiende en de vroege zestiende eeuw. Utrecht had in die periode een uitzonderlijke cultuurhistorische en artistieke positie in de Noordelijke Nederlanden. Vooral de langdurige bouw van de Domkerk was van groot belang voor de ontwikkeling van de beeldhouwkunst.

In de tweede helft van de zestiende eeuw keert het tij en razen er verschillende beeldenstormen door de Domstad. Kerken en kloosters worden geplunderd en vernield, beelden kapotgeslagen. Bovendien wordt de uitoefening van de katholieke eredienst in de stad verboden en gaat Utrecht officieel over tot de Reformatie. Veel leegstaande en ongebruikte kerken en kloostergebouwen worden gesloopt.

Aan de hand van beelden die gespaard zijn gebleven krijgt u inzicht in de ontwikkeling van de laatmiddeleeuwse beeldhouwkunst. Sculpturen van Adriaen van Wesel, Jan van Schayck en de Meester van de Utrechtse Stenen Vrouwenkop geven een indruk van Utrecht als belangrijkste productie- en exportcentrum. De basis van de expositie wordt gevormd door de collectie van het museum, aangevuld met sculpturen van o.a. het Rijksmuseum Amsterdam, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, het Musée de Cluny en Musée du Louvre in Parijs, het Victoria and Albert in Londen en voorwerpen uit verschillende Duitse musea, particuliere verzamelingen en kerken.

Een bezoek wordt zeer aanbevolen.

Zie ook de website van Het Catharijneconvent.

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 16 november 2012