Woensdag 9 augustus was de grote dag tijdens het Internationaal Oud-Katholieken Congres te Freiburg. De dag stond geheel in het teken van de viering van de 75e verjaardag van de volledige kerkelijke gemeenschap tussen oud-katholieken en anglicanen. Het was niet voor niets dat de aartsbisschop van Canterbury, dr.Rowan Williams, bij het congres aanwezig was en zowel een referaat hield als de preek tijdens de feestelijke viering.
Vanwege de te verwachten grote toeloop wordt het plenum waarbij de aartsbisschop van Utrecht en de aartsbisschop van Canterbury hun referaten zullen uitspreken, in de Ludwigskirche gehouden, ook om andere redenen een betere plaats dan de zaal van het Kolpinghuis, in de loop van de morgen werd duidelijk dat het niet zozeer ging om het aanhoren van theologische teksten, als wel om een bijeenkomst van gelovigen, je zou haast van een conciliair gebeuren kunnen spreken.
Vrede voor Jeruzalem
Voordat de aartsbisschoppen het woord krijgen worden gasten uit de oecumene begroet. Dat gebeurt ook op andere momenten in de congresweek, om niet één bijeenkomst teveel te belasten met zaken die de aandacht van het thema afleiden. Om dezelfde reden krijgen ook niet veel gasten de gelegenheid om te spreken, maar een uitzondering wordt vandaag gemaakt voor de anglicaanse bisschop van Jeruzalem, Abu el Assad.
Deelnemers van de ingelaste workshop van dinsdag zijn onder de indruk gekomen van zijn verhaal. “Hier stond een wanhopig man,” hoorden we van één van hen. De politiek slaagt er niet in een oplossing te vinden, president Bush spreekt over een oorlog in de naam van God, christenen zijn het daar niet mee eens, maar krijgen niet de gelegenheid hun stem te laten horen. Als hij als aartsbisschop probeert in gesprek te komen met een politieke leider, wordt hij door veiligheidsagenten weggehouden. Christenen trekken weg uit het oorlogsgebied.
In een bewogen toespraak tot het congres roept de bisschop de kerken op hun stem te laten horen tegen het geweld. De bezetting van de Gazastrook was onwettig, daarmee is het begonnen. Er moet gerechtigheid komen, voor inwoners van Israël en Palestijnen. Mensen die met het conflict niets te maken hebben worden het slachtoffer. Het is de taak van christenen voor hen op te komen. Er moet vrede komen voor Jeruzalem. Vrede voor Jeruzalem betekent vrede voor de wereld. Maar er is geen vrede mogelijk zonder gerechtigheid.
En wie weet kan dan een volgend congres van oud-katholieken en anglicanen plaatsvinden in Jeruzalem.
Hoop die in ons leeft
Het is een lange zit om de referaten van de beide aartsbisschoppen aan te horen, maar de aandacht verslapt niet en de deelnemers zijn onder de indruk. Er volgt een “Schreibwerkstatt”, deelnemers krijgen de gelegenheid hun vragen voor de beide aartsbisschoppen op papier te zetten. In de pauze worden de vragen door de coördinatoren samengevoegd tot een overzichtelijk aantal. Deze methode blijkt goed te werken: geen ongerichte discussie, zoals zo vaak bij dit soort gelegenheden, maar een gelegenheid voor de bisschoppen om te reageren op zorgvuldig geformuleerde vragen over een aantal thema’s.
Daar zitten ze dan, naast elkaar, op het podium, de twee kerkleiders, de twee herders, als beminnelijke huisvaders in het gezin van hun gemeente.
""Hoe verklaart u het thema “hoop” voor jongeren,” is één van de vragen, “bijvoorbeeld aan Brian, een zestienjarige jongen, gewelddadig, alcoholist, werkeloos, hulpeloos. “Ik hoop dat we heel weinig tegen hem zeggen,” is het antwoord van aartsbisschop Rowan Williams, “dat onze woorden onze aanwezigheid zijn, dat we hem de gelegenheid geven om te spreken.” Wat jongeren in het algemeen betreft merkt hij als vader van twee kinderen van wie één teenager op, dat jonge mensen heldere kunnen onderscheiden wat authentiek is en wat niet, wat eerlijk is en wat niet. We dringen alleen tot hen door als we integer spreken. En verder: hun patroon van leven is niet op dezelfde wijze georganiseerd als dat van ons vroeger. Je kunt niet veronderstellen dat ieder jong mens graag naar de kerk gaat. Festivals, pelgrimages, dat werkt beter voor jongeren. Ze hoeven ook niet veel van de kerk te weten, maar van Christus en van de Heilige Geest. Aartsbisschop Joris voegt hier aan toe: “De kerk moet doen wat men van de kerk kan verwachten: dat het slechte aangeklaagd en het goede aangemoedigd wordt. De kerk is een plaats waar vragen besproken worden, ook vragen van jongeren.
’Gasthuizen’, een beeld voor de gemeente dat aartsbisschop Joris Vercammen gebruikte in zijn referaat. Zijn er meer van dergelijke beelden? ’Het beeld van de huishouding van God, dat op een bepaalde plaats getuigenis geeft van hoe het in een huishouden toe kan gaan. Maar toch nog even verder over het beeld van het gasthuis: men kan alleen een gasthuis zijn, als er een familie is. Gasthuis zijn betekent dat er geen voorwaarden worden gesteld; men wordt altijd welkom geheten, men wordt serieus genomen. Waar kan men dat nog vinden in de wereld? Zonder dat kan er geen rechtvaardige maatschappij gevormd worden.’Een familie die veilig is in zichzelf is niet bang,’ zegt aartsbisschop Williams. ’In het evangelie: Jezus geeft gastvrijheid en vraagt gastvrijheid.’
Natuurlijk hebben de deelnemers de gelegenheid aangegrepen om vragen over de verhouding tussen anglicanen en oud-katholieken te stellen. De relaties tussen anglicanen en oud-katholieken zijn vooral een zaak van bisschoppen en theologen, hoe kunnen we de samenwerking tussen de gemeenten versterken? Hoe zetten we het van woorden om in daden? ’ Ik zou willen dat anglicaanse parochies verbanden vormen met oud-katholieke gemeenten in Europa, niet alleen parochies uit Engeland, maar ook uit de rest van het Verenigd Koninkrijk, landen in Afrika. Partnerships, bezoeken over en weer, pastorale en praktische bezoeken.’ ’Wat de bisschoppen doen is alleen voorbereidend, het moet breder worden,’ zegt Joris Vercammen. Ook op het Europese continent is meer creativiteit nodig om samen te werken. ‘De geschiedenis, de cultuur staat vaak in de weg en er moeten ook praktische problemen overwonnen worden,’ zegt de aartsbisschop van Canterbury, ‘maar deze ontmoeting is een teken dat we verder willen. We moeten doorgaan met het opbouwen van relaties.’ ’En de bisschoppen moeten de creativiteit opbrengen om experimenten mogelijk te maken. Uitwisseling van informatie, bijvoorbeeld over het denken over bepaalde problemen, zoals abortus, kan bijvoorbeeld via websites, maar er zijn ook bijeenkomsten als dit congres denkbaar, maar op kleinere schaal. Er is weer een conferentie van anglicaanse en oud-katholieke geestelijken geweest, maar ook leken moeten erbij betrokken worden.’
En verdergaande eenheid tussen anglicanen en oud-katholieken? Is het model van de Anglican Communion overdraagbaar op de relatie tussen oud-katholieken en anglicanen? Waarom zou de Oud-Katholieke Kerk geen deel van de anglicaanse gemeenschap worden?, ’De Oud-Katholieke Kerk heeft een eigen roeping,’ zegt aartsbisschop Vercammmen, ’De roeping brugkerk te zijn, ook naar de orthodoxen. We delen die roeping met de anglicanen, maar misschien hebben wij andere mogelijkheden. Dus denk ik niet dat het onze roeping is deel van de anglicaanse gemeeenschap te worden. Dan is het de vraag hoe we onze gemeenschap dan organiseren. Er zijn meer onafhankelijke kerken, misschien is het onze roeping voor die kerken een rol te spelen: de Filippijnse Onafhankelijke Kerk, de Zweedse Lutherse kerk waren ook altijd katholiek en willen dat zijn.’
De aartsbisschop van Canterbury hoopt dat de Anglican Community overleeft als ‘family of churches’ en hij bidt daarvoor, een eenheid die berust op consensus en commitment en niet op organisatorische druk. Aartsbisschop Joris zegt dat we moeten zoeken naar structuren en instituties die het mogelijk maken wereldwijd te getuigen van een niet gecentraliseerde katholieke kerk. Aartbisschop Rowan hoopt dat het in de anglicaans-rooms-katholieke dialoog in een nieuwe fase zal gaan over de positie van de lokale kerk. Ook berichten uit de rooms-katholieke-oud-katholieke dialoog wijzen in die richting.Een heel andere vraag. Hoe moeten we als kerken reageren op vragen over reïncarnatie? We moeten die vragen serieus nemen, een zoektocht kan vruchtbaar zijn, maar de gedachte van reïncarnatie is niet in overeenstemming met de christelijke leer. In de anglicaanse kerk in Engeland kijkt een groep mensen naar films, om daar de zingevingsvragen van onze tijd in te herkennen. We moeten als christenen niet bang zijn daar ons verhaal bij te vertellen.
De aartsbisschop van Canterbury sprak in zijn referaat over Bonnhoeffer. Civiele verantwoordelijkheid is een zaak die Bonhoeffer aan het hart gaat. Hoe verhoudt die verantwoordelijkheid zich tot situaties in andere landen, bijvoorbeeld in het nabije oosten? ’Verantwoordelijkheid is een gevoel in mijn geest,’ zegt aartsbisschop Rowan, ’en dat wordt realiteit in representatief handelen. We moeten onze stem laten horen. Soms zijn mensen al blij als je komt en naar hen luistert’.
De laatste vraag: Wat geeft u ons als congres mee? De aartbisschop van Canterbury:
1. Het doet er niet toe hoe groot een kerk is, zolang ze theologisch integer is.2. Het belangrijkste element van eenheid is de herkenning van Jezus Christus in de ander, in het lezen van het evangelie, het gebed, de persoonlijke relaties.3. Als we Jezus Christus in de ander herkennen, herkennen we wat het betekent gedoopt te zijn. Alleen dan kunnen we beginnen te leven, te handelen, verantwoording te dragen.
De aartsbisschop van Utrecht: Jezus ontmoeten. Jongeren vragen: waar leef je? Ga mee kijken waar ik leef. Het gaat erom te zien hoe Jezus eruit ziet in onze wereld. Dit congres is een oefening. Jezus zegt: Jullie zijn daar en ik wil dat jullie daar zijn. Dan ontstaat er spanning. We zijn antwoordende mensen. Men kan alleen christen zijn als antwoordende mens.
De volledige tekst van de beide referaten is hier na te lezen.
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 10 augustus 2006