Gemeenschappelijke grond biedt mogelijkheden

Op 12 mei jl. kwam de gemengd rooms- en oud-katholieke internationale dialoogcommissie (IRAD) voor de laatste maal bijeen in Salzburg, waar men de laatste hand legde aan een document Kirche und Kirchengemeinschaft. Dit document zal zowel worden voorgelegd aan de Pauselijke Raad tot bevordering van de Eenheid der Christenen als aan de Internationale Oud-Katholieke Bisschoppenconferentie.

In het document wordt uitgesproken dat de beide kerken op een gemeenschappelijke grond staan van de Heilige Schrift en de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel en de oecumenische concilies. Ecclesiologisch stemmen de Rooms-Katholieken en Oud-Katholieken eveneens overeen in het sacramentele bisschopsambt, staande in de apostolische successie en in de erkenning van de zeven sacramenten.

Het hoofdgeschil dat eertijds tot een scheiding aanleiding gaf, betreft de verhouding van de lokale kerk (bisdom) tot het pauselijk primaat, zoals dat uiteindelijk ook gestalte kreeg tijdens het Eerste Vaticaans Concilie. Het nu voorliggende document laat zien dat door de verdergaande ecclesiologische bezinning van de beide kanten deze kwestie niet meer tot een breekpunt behoeft te leiden mits deze vraag in het kader van een kerkopvatting, waar de universele kerk wordt opgevat als een gemeenschap van lokale kerken, wordt behandeld.

De commissie heeft de tekst over de kerk duidelijk in het perspectief gezet van een toekomstige kerkelijke gemeenschap. Dat neemt niet weg dat de commissieleden zelf ook constateren dat er wel verschillen in geloofsvragen en kerkorde gegroeid zijn, zoals bij de verering van Maria, het openstellen van het ambt voor vrouwen en de overgang van voormalige rooms-katholieke geestelijken.”

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 13 mei 2009

De Duitse tekst van de Persverklaring, zoals uitgegeven door de Dialoogcommissie op 12 mei 2009.