Wapens die het denken schaden

Honderdzestig miljoen mensen kwamen tijdens de twintigste eeuw om in oorlogen. Niemand zal dus durven te beweren dat oorlog geen probleem zou zijn. Hoe komt het echter telkens zover? Wordt de mens gedicteerd door een dodend instinct? Of is het onze onkunde om mogelijke conflicten voortijdig te ontdekken en te kunnen ontmijnen? Of heeft het te maken met het feit dat we anderen, dat wil zeggen degenen die niet zijn zoals wij, als bedreiging ervaren en spontaan de behoefte voelen om ze uit te schakelen? Hoe komt eigenlijk oorlog tot stand? Aan vrede werken begint met het stellen van deze vraag. Het is van het uiterste belang de mechanismen die ons naar de oorlog leiden te analyseren.

We gaan immers te gemakkelijk uit van het gegeven dat oorlog nu eenmaal onvermijdelijk is. We staan er niet meer bij stil dat zo een spontane aanname in feite onze geest afsluit. Wat gebeurt er eigenlijk met een mens als hij of zij er spontaan van overtuigd is dat hij of zij een ander mag doden? Want dat gebeurt er toch in een oorlog. Dezelfde vraag klinkt nog scherper als men ze stelt ten aanzien van onze spontane acceptatie van de ontwikkeling van massavernietigingswapens. Wat gebeurt er eigenlijk met mensen als zij bereid zijn te denken dat het juist is hele beschavingen en samenlevingen uit te roeien, ook al zou dat gebeuren uit bescherming van de eigen veiligheid?
We moeten tekens stellen om zelf niet verdwaald te raken in onze overspannen zorg voor de eigen veiligheid. Het is immers nog maar de vraag waar het gevoel van onveiligheid vandaan komt. Is het, met andere woorden, altijd wel zo goed om meteen een geweer achter de hand te hebben? Misschien worden we wel creatiever als we van de mogelijkheid tot gewapend ingrijpen zouden afzien. Daarom is het van groot belang dat oorlog internationaal veroordeeld wordt als een ‘onwettig middel’, zoals we dat in de beperkte kring ook met moord hebben gedaan. Dan kunnen degenen die oorlog ontketenen voor het Internationaal Strafhof gebracht worden, zoals we dat met gewone moordenaars ook doen. Dat is zeker een pacifistische standpunt.

Maar misschien is dat ook weer niet zo eenvoudig. Wat doe je namelijk met situaties waarin geweld tegen de onderdrukker de enige uitweg lijkt te zijn? Zouden we dan het Nederlands Verzet tijdens de tweede oorlog moeten veroordelen om hun gewelddadige acties? En wat doen we met de bevrijdingsoorlogen waardoor tal van landen zich van hun kolonisator konden bevrijden? Bestaat er niet iets als een ‘rechtvaardige oorlog’? Pacifisten zeggen echter daarvan dat het een onhanteerbaar begrip betreft, want elke oorlog is ‘gerechtvaardigd’ voor degene die hem begonnen is. Misschien hebben ze wel gelijk. Overigens is er ook nog India en Gandhi die langs geweldloze weg zich van het juk van de kolonisator konden bevrijden.
Een ding is echter wel duidelijk: dat we veel te zeer gewoon zijn geraakt aan het idee dat oorlog er nu eenmaal bij hoort en dat is toch net iets te gemakkelijk gedacht, lijkt mij.

Kingston, 24 mei 2011

Joris Vercammen
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 26 mei 2011

Zie voor meer berichten van de vredesconferentie.