Sint Maartenspenning voor Mr E.A. (Bert) Maan

Het Metropolitaan Kapittel heeft tijdens de synode op 23 november jl. de Sint Maartenspenning uitgereikt aan mr. E.A. (Bert) Maan. In zijn laudatio lichtte de deken van het Metropolitaan Kapittel, Wietse van der Velde, toe hoe het leven van Bert Maan aan de ene kant in het teken van Vrouwe Justitia staat en aan de andere kant in dienst is gesteld van de Kerk.

Bert Maan wordt gekenschetst als zakelijk op zoek naar recht voor iedereen en arbeidzaam én tegelijkertijd nuchter en warm, iemand met een uitstekend verstand en bijzonder correct. Hij is vele jaren president van de Zwolse rechtbank geweest. Wat opvalt in het werk van Bert Maan in al die jaren is zijn belangstelling na de val van de muur in 1989 voor het recht over de grenzen. Zo was hij voorzitter van de werkgroep Bulgarije van het Nederlands Helsinki Comité voor mensenrechten en zette en zet hij zich als adviseur in voor de opbouw van een goede rechtspraak in de Oekraïne. Deze belangstelling bracht hem ook naar Turkije en Kazachstan.

Terwijl Bert Maan dus nog al wat van de wereld zag, was hij ook bijzonder actief in de Oud-Katholieke Kerk van Nederland. Rond 1975 begon hij zijn carrière in de Commissie voor het Kerkrecht en in het College van Advies inzake kerkelijke rechtsaangelegenheden. Als lid, secretaris en voorzitter van deze gremia heeft hij tot afgelopen voorjaar met zijn juridische kennis gepaard aan zijn liefde voor de kerk bijzonder veel gedaan om bestuur en structuur van de kerk bij de tijd te brengen en te houden en waar nodig te corrigeren.

Al bijna direct werd hij geconfronteerd met impasses in het bestuur van de kerk, die vroegen om geheel nieuwe wegen. Rond 1980 stond Bert Maan dan ook mee aan de wieg van het Collegiaal Bestuur waarin de bisschoppen een groot deel van hun bestuursmacht gingen delen met gekozen vertegenwoordigers van geestelijken en leken. Na een experimenteerfase vanaf 1981 werd het CB in 1985 officieel ingesteld.

Twee jaar later werd ook de structuur van de Synode onder handen genomen. In plaats van alle geestelijken en kerkmeesters werd het ledental aanzienlijk kleiner toen de Synode werd samengesteld uit gekozen vertegenwoordigers van de geestelijken en één gekozen lid per parochie. Bert Maan heeft als voorzitter van de Synode deze nieuwe vorm destijds met verve geleid.

In 1994 was Bert Maan voorzitter van het Internationale Oud-Katholieken Congres in Delft en het jaar daarna werd hij als voorzitter aangesteld van de commissie die de Statuten van de Internationale Oud-Katholieke Bisschopsconferentie heeft herzien.

Behalve met juridische zaken heeft Bert Maan zich ook met andere zaken in de kerk bemoeid. Zo was hij vele jaren voorzitter van het pensioenfonds voor de geestelijken. En de Oude Roomsch-Katholieke Aalmoezenierskamer (ORKA), – die direct een aantal sociale of diaconale organisaties of activiteiten binnen of buiten onze kerk steunt, en daarnaast ook de landelijke kerk op allerlei andere gebieden helpt, – koos hem in 1997 tot regent en hij werd al spoedig voorzitter, een functie die hij een paar jaar geleden neerlegde.

In de Laudatio was terecht een woord van dank opgenomen aan Henriëtte Maan-van Werven die haar echtgenoot alle ruimte gegeven heeft voor zijn inspanningen voor kerk en wereld. Een langdurig applaus viel daarom ook haar ten deel.

Op de Sint Maartenpenning die Bert Maan samen met de daarbij behorende oorkonde uit handen van de aartsbisschop ontving, is een psalmwoord gegraveerd: Justitia et pax osculatae sunt – gerechtigheid en vrede hebben zich gekust. In dit woord uit psalm 84/85 komen het leven en streven van Bert Maan geheel tot hun recht en vinden zijn inzet voor recht en een goede samenleving in kerk en wereld hun verwoording.

De Sint Maartenpenning is ingesteld door het Oud-Katholiek Metropolitaan Kapittel van Utrecht. Het betreft een zware bronzen legpenning, vergezeld van een oorkonde. De penning is ingevoerd om personen binnen de kerk te eren, die zich op bijzondere wijze hebben ingezet. De penning is vrij exclusief.

Foto: Pfr Georg Reynders

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 11 december 2019