Bespreking Mannen in Marcus

Jezus en andere mannen

Bespreking van Mannen in Marcus (Peter-Ben Smit)
Door: Frans Bossink

Wie van de drie. Vrijwilliger in de opvang van getraumatiseerde vluchtelingen protesteert tegen politicus die zegt kwetsbare Nederlandse vrouwen te willen beschermen door buitenlandse ‘testosteronbommen’ te laten uitzetten.

Wil de ‘echte man’ nu opstaan?

De positie van de vrouw, de plaats van (en voor) de homoseksueel, dat zijn duidelijk thema’s in emancipatiebewegingen en in studies die daaraan willen bijdragen. Maar de rol van mannen en meer specifiek van mannelijkheid, dat onderwerp komt meestal slechts als afgeleide ter sprake.

In zijn boek ‘Mannen in Marcus’ neemt Peter-Ben Smit mannelijkheid juist als hoofdthema. Niet om zich af te zetten tegen vrouwen- of gender-(homo-)studies, maar in het verlengde daarvan. Want de vragen die daar gesteld worden zijn ook vragen naar de rol en positie van mannen. Mannen stellen namelijk vaak (onbewust) de norm van wat echt telt, ook al blijkt dat nogal eens schadelijk te zijn voor henzelf én anderen. Aan het volhouden van ‘de worsteling om tot goede vormen van mannelijkheid te komen wil dit boek bijdragen’, schrijft Smit op zijn laatste bladzijde.

Waarom te rade gaan bij Marcus?
Maar waarom zou je daarvoor te rade gaan bij dat oude evangelie volgens Marcus? Volgens Smit omdat juist zo’n tekst uit een andere tijd, geschreven voor en door mensen in de marge, een spiegel kan voorhouden en vragen kan stellen aan onze huidige ideeën over wat iemand tot een echte man maakt. De verschillende manieren waarop Jezus en andere figuren in Marcus ‘man zijn’, relativeren wat wij ‘normaal’ vinden. En ze werpen ook een onverwacht licht op Jezus zelf, op hoe hij omgaat met macht, met (kwetsbare) anderen en ook met mislukking.

Geslacht of gedrag?
In de Joodse en Romeinse Oudheid wordt – anders dan in onze tijd – mannelijkheid niet primair bepaald door biologisch geslacht, maar door (deugdzaam) gedrag. Daarmee staat iemands mannelijkheid dus ook niet vast, maar die kan fluctueren naar gelang van wat je doet of laat. Een opvatting die richting moderne ideeën over gender gaat. Enigszins provocerend noemt Smit Jezus ‘queer’, omdat deze de (toenmalige) geslachtsrollen anders invult.

Jezus een ‘echte man’?
De ‘echte man’ van 2000 jaar geleden is actief en oefent macht uit over anderen, hij beheerst de situatie waarin hij verkeert en hij beheerst vooral ook zichzélf. Wat niet wil zeggen dat de machthebbers van toen aan dat ideaal voldeden (dat euvel is van alle tijden). Naar die maatstaven is ook Jézus een ‘echte man’. Smit laat zien hoe Jezus juist in moeilijke situaties (bv. als een menigte mensen zonder eten zit) initiatief neemt (om te laten uitdelen wat er is) in plaats van zich door de omstandigheden of zijn driften te láten regeren. Hoe hij grenzen durft te overschrijden (bijvoorbeeld reinheidsvoorschriften) wanneer hij bij een bezeten heiden de demonen uitdrijft. En hoe hij zich in heikele discussies steeds weet te redden door anderen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Jezus is een held die niet bang is en voortdurend ‘in charge’.

Dienstbaarheid
Behalve dan wanneer het initiatief bij een mens in nood ligt. Jezus protesteert niet wanneer een bloedvloeiende vrouw hem aanraakt (en hem daarmee onrein maakt) om zo genezing te vinden. En door het gevatte antwoord van de Syro-Fenicische vrouw dat ‘de honden toch eten van de kruimels die de kinderen van de tafel laten vallen’ kan hij zich alleen maar gewonnen geven en haar dochter genezen. Geraakt door het ‘mannelijke’ gedrag van deze vrouwen in nood, geeft Jezus zijn macht de kleur van dienstbaarheid.

Ontmannelijking
Dit gaat nog verder wanneer Jezus gearresteerd, veroordeeld en gekruisigd wordt. Dit hele gebeuren is de ontmannelijking ten top, kun je zeggen vanuit het toenmalige ideaal. Hoewel daarbinnen Jezus ook weer zélf initiatief neemt en er zélf voor kiest zijn leven te geven voor anderen. Als Jezus dan sterft in de grootste ellende, is het een Romeinse officier – een heidense mannetjesputter – die uitroept: ‘Deze mens was Gods zoon.’ Wanneer je beseft dat ‘Gods zoon’ een titel van de Romeinse keizer was, toonbeeld van mannelijkheid, dan betekent dat een totale omkering van dat begrip: aan deze ontmannelijkte mens wordt de grootste waardigheid toegeschreven.

Kwetsbaarheid
‘Mannen in Marcus’ trof mij vooral daar waar de mannelijke macht aan het wankelen wordt gebracht, en wel door het appèl dat kwetsbaarheid doet. Zowel die van degenen die Jezus ontmoet, alsook zijn eigen kwetsbaarheid. En ook in het falen van de leerlingen, die desondanks niet worden afgeschreven. De macht herpakt zich hier tot ontferming, zelfgave en het gunnen van nieuwe kansen.

Genderdiversiteit
Een tweede eye-opener vind ik het omgekeerde uitgangspunt bij het denken in de Oudheid over geslachtsrollen. Wanneer gedrág bepaalt hoe mannelijk je bent, en niet je biologische geslacht (met zijn spierbundels en potentie), dan geeft dat vanzelf veel meer ruimte aan genderdiversiteit en persoonlijke ontwikkeling.

Voor onze tijd zou dat bijdragen aan de relativering van de termen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’. Niet de biologische component maar de ethiek biedt dan het criterium of je een ‘geslaagd méns’ bent.

Peter-Ben Smit, Mannen in Marcus. Gender in de oudste biografie van Jezus, Amsterdam 2022, VU University Press