We shall overcome

Impressies vanuit Porto Alegre – 5

Latijns Amerika is een continent met een geschiedenis van onderdrukking en geweld. Eerst worden de indianen uitgemoord door de kolonisatoren en hun cultuur zo goed als verwoest. Als de verschillende landen dan aan het eind van negentiende eeuw onafhankelijk worden komen er vaak de verkeerde mensen aan het bewind. De dictaturen die in de tweede helft van de twintigste eeuw in vele van de Latijns-Amerikaanse landen aan de macht zijn geweest vormen het absolute dieptepunt van die ontwikkeling. Verdwijning, marteling, moord: het was aan de orde van de dag. Tot op vandaag blijft echter de onderdrukking een feit in de zin dat mensen niet de mogelijkheden krijgen om ten volle aan het sociale en politieke leven deel te nemen. In Brazilië bijvoorbeeld leeft 70% van de bevolking onder de armoedegrens. Zij voelen zich uitgesloten. Enkele families zijn extreem rijk. Zij verdedigen hun rijkdom vaak met de wapens. Tegen de achtergrond van die geschiedenis en de huidige verhoudingen, ligt het voor de hand dat deze samenleving in al zijn vezels met geweld te maken heeft. Met als gevolg dat ‘geweld’ tot een cultuur wordt.

Neem nu de straatkinderen van Rio de Janeiro. Alleen al dat ze op straat moet leven omdat ouders niet naar hen (kunnen) omzien en ze niet naar school gaan (omdat het toch niemand wat uitmaakt) is een agressief gegeven. Deze kinderen proberen aan een wapen te komen en vervolgens worden het tot echte boeven die er niet voor terugschrikken elkaar en volwassenen neer te knallen…

Een decade ‘ ter overwinning van geweld’ blijkt dus wel erg nodig te zijn. Een concreet resultaat is bijvoorbeeld het jeugdwerk onder de straatkinderen van Rio. Als ze hun wapen inleveren worden ze opgenomen in een jongerengroep waar ze vrienden kunnen maken. Ze koken samen en praten met elkaar. Met die groep gaan ze sporten en doen ze ook vormende activiteiten. Op die wijze lukt het de kinderen een positief levensperspectief te geven waarbij wapens

 

overbodig blijken te zijn. ‘Vredesopvoeding’ heet dat.

President Lula van Brazilië, die onze assemblee ook bezocht, herinnerde aan Paolo Freire, de grote Braziliaanse pedagoog die in de zestiger jaren verbannen werd en bij de Wereldraad in Genėve zijn pedagogisch werk heeft afgemaakt. Paolo Freire is de pedagoog van ‘de bewustmaking’, het met elkaar delen van ervaringen en het samen leren interpreteren ervan leidt tot bewustwording.  Zoiets gebeurt ook met de straatkinderen van Rio: samen komen ze erachter dat er een toekomst zonder geweld mogelijk is.

De bezinning op de decade werd ingeleid door een opname van de toespraak van de grote Maarten Luther King in Atlanta: over opkomen voor je rechten en dat geweldloos te doen. Op de eerste plaats uit zelfrespect. Aan het einde hebben we samen opnieuw “We shall overcome” gezongen. Het was lang geleden dat ik dat strijdlied nog mee had gezongen. Getuigt het trouwens niet van een net iets te grote ambitie? Toch moeten we het maar blijven zingen, omwille van de kinderen van Rio, omwille van Latijns Amerika, omwille van onze wereld. “Vrede” is immers de meer verstandige optie voor ons allemaal, toch?

Joris Vercammen