Terugkijken op een bijzonder symposium

Het is inmiddels alweer bijna twee weken geleden dat bisschop Dick Schoon zijn boek ‘Een aartsbisschop aangeklaagd in Rome’ presenteerde op een feestelijk symposium. Parochiaan Fiete Smit-Maan was aanwezig en schreef een verslag. Hieronder vindt u haar bijdrage. Onderaan dit artikel staan de bijdragen van Dick Schoon zelf en van Jan Hendriks, rooms-katholiek bisschop en tevens spreker op het symposium.

Verslag door Fiete Smit-Maan

Op zaterdagmiddag nog naar Hoofddorp, bushalte R-K Kerk, naar de bijbelse tuin en de kerk van de H. Johannes de Doper. De bijbelse tuin met moderne beelden van bijbelse verhalen: een kruiswegstatie, een piéta, een in paniek vluchtende, achterom kijkende vrouw: Suzanna, bijna levensgroot, die haar kousen uittrekt bij een bassin met ondoorzichtig groen water. De begraafplaats met veel uitgezaaide wilde cyclaampjes en orchissen onder prachtige bomen.

De kerk waar het gesprek over aartsbisschop Petrus Codde en zijn metgezellen – over hun onvrijwillige reis naar Rome en over hun ervaringen daar – voortgezet zal worden (1700-1703). Er waren veel belangstellenden, bekenden en veel onbekenden, die wisten van Codde en van oud-katholieken.

Op het symposium

Priester Marieke Ridder opende het symposium. Zij vermeldde dat Petrus Codde tot priester gewijd werd in het rampjaar 1672, toen heel Holland redeloos, radeloos en reddeloos was. In dat land, in die instabiele periode probeerden Codde en alle katholieken om katholieke kerk te zijn.

Prof. Paul van Geest vestigde de aandacht op Jansenius en zijn boek ‘de Augustinus’ over de leer van de genade. De gedachten van Jansenius over genade vonden veel weerklank bij katholieke groepen, parochies, die later jansenistisch genoemd werden. Vrij lang na de dood van Jansenius werden door Rome pas stellingen over de genade veroordeeld, die uit dit boek afkomstig zouden zijn. Deze stellingen en de door Rome geëiste veroordeling daarvan vormen de aanleiding voor Coddes reis naar Rome. Lees de grondtekst van de Augustinus, dan is direct duidelijk wat met genade bedoeld wordt – aldus Van Geest!

Oud- en Rooms-katholiek

Bisschop van Haarlem Dick Schoon ging verder op zijn boek over Codde, over de tijd na diens terugkeer in Holland, en na diens schorsing als apostolisch vicaris. En Bisschop van Haarlem Jan Hendriks gaf zijn commentaar op het Codde-boek. Hendriks had het boek nauwgezet bestudeerd en gaf zijn opmerkingen, aanmerkingen en toelichtingen uiterst precies, met de paginanummers erbij! Er was verschil in interpretatie en waardering van voorvallen, aspecten. Deze werden vriendelijk en feitelijk naar voren gebracht – te veel en te nauwgezet voor dit kleine bestek.

Schoon beschreef hoe het Codde en de Utrechtse Kerk, de parochies verder verging met de kerkleiding, de relatie met Rome, en de Hollandse Zending. Te veel en te ingewikkeld voor zo’n kleine impressie. Heel verheugend en veelbelovend schijnen mij de wederzijdse vriendelijkheid, de zakelijke deskundigheid, de openheid en waardering van de bisschoppen.

Mevrouw Carolina Lenarduzzi zette het symposium weer met beide benen op de grond in de Hollandse koude en natte klei. Mevrouw Lenarduzzi bestudeert hoe de reisgenoten van Code hun reis persoonlijk ervaren hebben. En zij bekijkt hoe leken in het dagelijks leven aankeken tegen de feitelijk gescheiden katholieke kerken in Holland. Er zijn pamfletten en persoonlijke gedichten, verzen en liedjes van geestelijken en ook van leken overgebleven, zoals van Jan de Boer uit Haarlem en juffrouw De Jager – schriftjes vol. Men wist waar men het over had. En men gebruikte argumenten, die katholieken voorheen tegen calvinisten gebruikten, nu voor katholieken en tegen jansenisten, en omgekeerd.

Vespers

Toen volgde als afsluiting van deze zware kost nog een ontspannen en feestelijk toetje, waar iedereen aan kon meedoen: de vespers! Een groepje vrouwen, eenvoudig en speels begeleid op het orgel, zong voor. De teksten kwamen op tekstborden naast het altaar – zonder noten. En iedereen zong mee! Alsof er iedere week overal vespers gezongen werden! Iedereen kon het, iedereen wist te staan, te zitten, te knielen – geweldig, wat mooi, wat fijn!

Twee Bisschoppen van Haarlem, in goede harmonie gingen voor. De ene zegende bisschoppelijk, de andere preekte. Waar zagen we dit beeld eerder? In 1966, in de Utrechtse St. Gertrudis-kathedraal. Toen werd in een zeer plechtige vesper de toestemming van Rome voor de start van officiële, theologische gesprekken van oud-katholieken en rooms-katholieken voorgelezen, die bedoeld waren om de geschillen tussen beide kerken op te lossen. Beide Aartsbisschoppen zegenden toen samen de van heinde en verre samengestroomde gemeente.

Einde verslag.

Hieronder kunt u de bijdrage lezen van bisschop Dick Schoon tijdens het symposium zelf.

Lees hier het verslag van rooms-katholiek bisschop Jan Hendriks.