Dit stappenplan vertelt je welke stappen je moet zetten wanneer je geconfronteerd wordt met (vermoedens van) seksueel misbruik. De vragen leiden je naar de stappen die voor jou van toepassing zijn.

NB Overal waar ‘hij’ en ‘zijn’ staat kan dit ook gelezen worden als ‘zij’ en ‘haar’.

Wat is je functie of rol binnen de kerk?

Geestelijke of lid van het kerkbestuur

Hoe weet je van het seksueel misbruik?

van de benadeelde

DE BENADEELDE VERTELT JE OVER HET MISBRUIK

De benadeelde is meerderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde.
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Vel zelf geen oordeel over wat de benadeelde je vertelt en ga ook niet op ‘onderzoek’ bij mogelijke betrokkenen.
  • Breng de benadeelde direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie hij zijn verhaal kwijt kan en die hem kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen.

De benadeelde is minderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde (zie eerst: ‘positie van minderjarige benadeelden en hun ouders‘).
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Vel zelf geen oordeel over wat de benadeelde je vertelt en ga ook niet op ‘onderzoek’ bij mogelijke betrokkenen.
  • Informeer de ouders over het misbruik.
  • Breng de benadeelde en zijn ouders direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie zij hun verhaal kwijt kunnen en die hen kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen. De vertrouwenspersonen van Stichting Slachtofferhulp Nederland hebben specifieke expertise in de omgang met minderjarige benadeelden.
  • Informeer de ouders én de minderjarige over de stappen die je gaat zetten.
  • De kerk doet altijd aangifte als de benadeelde minderjarig is, tenzij de belangen van de minderjarige zich tegen het doen van aangifte verzetten.
  • Informeer de diocesane bisschop. Is de bisschop rechtstreeks betrokken bij het seksueel misbruik, informeer dan de bisschop van het andere bisdom.
  • Vertel de ouders en de minderjarige dat je de bisschop informeert.

    NB. Het contact met de minderjarige benadeeld en zijn ouders vraagt de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vraag daarom advies en ondersteuning van een vertrouwenspersoon.

van een omstander

EEN OMSTANDER VERTELT JE OVER HET MISBRUIK

  • Luister naar de ervaringen van de omstander.
  • Stel vast of hij het misbruik zelf heeft waargenomen of daarover van anderen heeft gehoord.
  • Heeft de omstander van een ander over het seksueel misbruik gehoord, zoek dan in overleg met de omstander contact met de andere omstander die zelf de signalen van seksueel misbruik heeft gehoord of gezien. Vraag beiden de vermoedens niet verder te delen zodat er geen (mogelijk onterechte) verhalen binnen de gemeenschap gaan rondzingen.
  • Vraag de omstander op te schrijven wat hij heeft gezien en gehoord en dit te ondertekenen.
  • Vertel de omstander dat je contact gaat zoeken met de benadeelde.
  • Wijs de omstander op de vertrouwenspersonen bij wie ook omstanders terecht kunnen als zij willen spreken over wat het zien van of het horen over het seksueel misbruik hen heeft gedaan.
  • Zoek contact met de benadeelde – en als de benadeelde minderjarig is – zoek ook contact met zijn ouders.
  • Beschrijf wat je van de omstander hebt gehoord.

NB: Het leggen van contact met de vermoedelijke benadeelde op basis van wat de omstander je heeft verteld, is noodzakelijk maar vraagt de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vraag daarom bij het leggen van deze contacten vooraf om hulp en ondersteuning van een vertrouwenspersoon.

De benadeelde bevestigt het misbruik

De benadeelde is meerderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde.
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Vel zelf geen oordeel over wat de benadeelde je vertelt en ga ook niet op ‘onderzoek’ bij mogelijke betrokkenen.
  • Breng de benadeelde direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie hij zijn verhaal kwijt kan en die hem kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp het zetten van vervolgstappen.

De benadeelde is minderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde (zie eerst: ‘positie van minderjarige benadeelden en hun ouders‘).
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Vel zelf geen oordeel over wat de benadeelde je vertelt en ga ook niet op ‘onderzoek’ bij mogelijke betrokkenen.
  • Breng de ouders en de benadeelde direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie zij hun verhaal kwijt kunnen en die hen kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen. De vertrouwenspersonen van Stichting Slachtofferhulp Nederland hebben specifieke expertise in de omgang met minderjarige benadeelden.
  • De kerk doet altijd aangifte van de benadeelde minderjarig is, tenzij de belangen van de benadeelde, volgens de vertrouwenspersoon en/of de ouders of de minderjarige, zich tegen het doen van aangifte verzetten.
  • Informeer de diocesane bisschop. Informeer de bisschop van het andere bisdom als de diocesane bisschop rechtstreeks bij het seksueel misbruik is betrokken.
  • Vertel de ouders en de minderjarige dat je de bisschop informeert.

De benadeelde ontkent het misbruik

De benadeelde is meerderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde .
  • Overleg met de vertrouwenspersoon of het, gelet op de belangen van de benadeelde, (al) mogelijk is om contact te zoeken met de beschuldigde om zo openheid van zaken te geven.
  • Vertel de beschuldigde in dit contact wat de omstander en de benadeelde tegen je hebben gezegd.
  • Informeer de omstander over de reacties van de benadeelde en de beschuldigde.
  • Beoordeel of het gewenst is om een gericht pastoraal aanbod te doen aan de betrokkene(n).

De benadeelde is minderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde (zie eerst: ‘positie van minderjarige benadeelden en hun ouders‘).
  • Overleg met de vertrouwenspersoon of het, gelet op de belangen van de benadeelde, (al) mogelijk is om contact te zoeken met de beschuldigde om zo openheid van zaken te geven. Vertel hem in dit contact wat de omstander en de benadeelde en zijn ouders tegen je hebben gezegd.
  • Vertel de omstander over de reacties van de benadeelde en de beschuldigde.
  • Beoordeel of het gewenst is om een gericht pastoraal aanbod te doen aan de betrokkene(n).
  • Informeer de diocesane bisschop. Informeer de andere bisschop als de diocesane bisschop rechtstreeks bij het seksueel misbruik is betrokken.
  • Vertel de ouders en de minderjarige dat je de bisschop informeert.

van de pleger

EEN PLEGER VERTELT JE OVER ZIJN SEKSUEEL MISBRUIK

De pleger is lid van de geestelijkheid

  • Luister naar de ervaringen van de pleger (we spreken van een pleger wanneer hij zelf zegt seksueel misbruik te hebben gepleegd).
  • Vertel hem dat je hem zo spoedig mogelijk in contact brengt met de diocesane bisschop en zorg ervoor, ongeacht of de pleger je daar toestemming voor geeft, dat dit feitelijk gebeurt. Is de diocesane bisschop rechtstreeks betrokken bij het seksueel misbruik, breng de pleger dan in contact met de bisschop van het andere bisdom.
  • Zoek als bisschop na het contact met de pleger contact met de benadeelde – en als de benadeelde minderjarig is ook met zijn ouders – en breng hen in contact met de vertrouwenspersonen bij wie zij hun verhaal kwijt kunnen en die hen kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen.
  • De kerk doet altijd aangifte als de benadeelde minderjarig is, tenzij de belangen van de minderjarige, volgens de vertrouwenspersoon en/of de ouders of de minderjarige, zich tegen het doen van aangifte verzetten.
  • De diocesane bisschop neemt de disciplinaire maatregelen die nodig zijn voor een veilige kerk.

    NB: De contacten met de benadeelde, eventueel met zijn ouders, en met de pleger vragen de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vraag daarom om advies en ondersteuning van een vertrouwenspersoon.

De pleger is geen lid van de geestelijkheid

  • Luister naar de ervaringen van de pleger (we spreken van een pleger wanneer hij zelf zegt seksueel misbruik te hebben gepleegd).
  • Als je niet de pastoor van de parochie bent: vertel de pleger dat je hem in contact brengt met de pastoor van de parochie, of als dat vanwege te nauwe betrokkenheid van de pastoor niet gewenst is, met de diocesane bisschop. Zorg er voor, ongeacht of de pleger je daarvoor toestemming geeft, dat dit feitelijk gebeurt.
  • De pastoor van de parochie / de diocesane bisschop zoekt contact met de benadeelde en als hij minderjarig is ook met zijn ouders en brengt hen direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie zij hun verhaal kwijt kunnen en die hen kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen.
  • De pastoor informeert de diocesane bisschop en de pastoor en/of de bisschop nemen de maatregelen die nodig zijn voor een veilige kerk.

    NB: De contacten met de benadeelde, eventueel met zijn ouders, en met de pleger vragen de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vraag daarom om advies en ondersteuning van een vertrouwenspersoon.

uit eigen waarneming

HET VERMOEDEN VAN MISBRUIK ONTSTAAT UIT JE EIGEN WAARNEMINGEN

NB: Het leggen van contact met de vermoedelijke benadeelde en eventueel met de beschuldigde naar aanleiding van je eigen waarnemingen is noodzakelijk maar vraagt ook de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vraag daarom advies en ondersteuning van een vertrouwenspersoon.

De benadeelde is meerderjarig

  • Zoek contact met de benadeelde, beschrijf de feiten die aanleiding zijn voor je vermoedens en vraag om een reactie.
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Bevestigt de benadeelde je vermoeden, breng hem dan direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie hij zijn verhaal kwijt kan en die hem kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen.
  • Zegt de benadeelde dat je vermoedens niet juist zijn:
    • Overleg met de vertrouwenspersoon of het, gelet op de belangen van de benadeelde, (al) mogelijk is om contact te zoeken met de beschuldigde om zo openheid van zaken te geven.
    • Vertel hem wat je hebt gezien of gehoord en wat de reactie was van de benadeelde.
    • Beoordeel of het gewenst is om een gericht pastoraal aanbod te doen aan de betrokkene(n).

De benadeelde is minderjarig

  • Zoek contact met de ouders en de benadeelde, beschrijf de feiten die aanleiding zijn voor je vermoedens en vraag om een reactie (zie eerst: ‘positie van minderjarige benadeelden en hun ouders‘).
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Vel zelf geen oordeel over wat de benadeelde je vertelt en ga ook niet op ‘onderzoek’ bij mogelijke betrokkenen.
  • Bevestigt de benadeelde je vermoeden:
    • Breng de ouders en de benadeelde direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie zij hun verhaal kwijt kunnen en die hen kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen. De vertrouwenspersonen van Stichting Slachtofferhulp Nederland hebben specifieke expertise in de omgang met minderjarige benadeelden.
    • De kerk doet altijd aangifte als de benadeelde minderjarig is, tenzij de belangen van de minderjarige, volgens de vertrouwenspersoon en/of de ouders, zich tegen het doen van aangifte verzetten.
    • Informeer de diocesane bisschop. Is de bisschop rechtstreeks betrokken bij het seksueel misbruik, informeer dan de bisschop van het andere bisdom.
    • Vertel de ouders en de minderjarige dat je de bisschop informeert .
  • Zegt de benadeelde dat je vermoedens niet juist zijn
    • Draag er zorg voor, als je zelf niet de parochiepastoor bent, dat de parochiepastoor contact zoekt met de vertrouwenspersoon om te overleggen of het, gelet op de belangen van de benadeelde, (al) mogelijk is om contact te zoeken met degene die onterecht is beschuldigd. Is dat vanwege betrokkenheid van de parochiepastoor niet gewenst, draag er dan zorg voor dat de diocesane bisschop dit doet.
    • De parochiepastoor of de bisschop vertellen de beschuldigde van de waarneming en van de reactie van de benadeelde hierop.
    • De parochiepastoor of de diocesane bisschop beoordeelt of het gewenst is een gericht pastoraal aanbod te doen aan de betrokkene(n).

Parochiaan

Hoe weet je van het seksueel misbruik?

van de benadeelde

DE BENADEELDE VERTELT JE OVER HET MISBRUIK

Benadeelde is meerderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde.
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Vel zelf geen oordeel over wat de benadeelde je vertelt en ga ook niet op ‘onderzoek’ bij mogelijke betrokkenen.
  • Vraag de benadeelde of hij bereid is aan een lid van het kerkbestuur, de parochiepastoor of de diocesane bisschop, al dan niet met jou samen, zijn ervaringen te vertellen. Is de bisschop rechtstreeks betrokken bij het misbruik, richt je dan tot de bisschop van het andere bisdom.
  • Zo ja, breng de benadeelde dan in contact met het lid van het kerkbestuur, de parochiepastoor of de diocesane bisschop.
  • Zo nee, breng de benadeelde direct in contact met de vertrouwenspersonen bij wie hij zijn verhaal kwijt kan en die hem kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen.

    NB: Het contact met de benadeelde vraagt de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vraag daarom  advies en ondersteuning van een vertrouwenspersoon

Benadeelde is minderjarig

  • Luister naar de ervaringen van de benadeelde (zie eerst: ‘positie van minderjarige benadeelden en hun ouders‘).
  • Het bevragen van benadeelden vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Als dat ondeskundig gebeurt kan dat extra schade toebrengen aan de benadeelde. Verder zou het een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen belemmeren. Zorg er daarom voor dat je de benadeelde niet ‘verhoort’.
  • Vel zelf geen oordeel over wat de benadeelde je vertelt en ga ook niet op ‘onderzoek’ bij mogelijke betrokkenen.
  • Breng de benadeelde zo spoedig mogelijk in contact met de parochiepastoor, of als dat vanwege zijn betrokkenheid niet gewenst is, met de diocesane bisschop en vertel dit aan de benadeelde. Is de diocesane bisschop rechtstreeks betrokken bij het seksueel misbruik, breng de benadeelde dan in contact met de bisschop van het andere bisdom.
  • De parochiepastoor of de diocesane bisschop zoekt contact met de ouders en brengt de benadeelde en de ouders in contact met de vertrouwenspersonen bij wie zij hun verhaal kwijt kunnen en die hen kunnen ondersteunen bij het vinden van hulp en het zetten van vervolgstappen.
  • Als de diocesane bisschop nog niet op de hoogte is van het seksueel misbruik  informeert de parochiepastoor de diocesane bisschop over het seksueel misbruik. Is de diocesane bisschop rechtstreeks betrokken bij het seksueel misbruik, dan informeert de parochiepastoor de  bisschop van het andere bisdom. De parochiepastoor vertelt de ouders en de benadeelde dat de bisschop wordt geïnformeerd.

    NB: Het contact met de minderjarige benadeelde vraagt de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Vraag daarom om advies en ondersteuning van een vertrouwenspersoon

van een omstander

EEN OMSTANDER VERTELT JE OVER HET MISBRUIK

  • Vel zelf geen oordeel en ga ook niet op ‘onderzoek’ uit bij betrokkenen.
  • Raad de omstander aan om het misbruik in handen te geven van de parochiepastoor of van  een lid van het kerkbestuur.
  • Wil de omstander dat niet vanwege mogelijke betrokkenheid van de parochiepastoor of de leden van het kerkbestuur, raad de omstander dan aan om het misbruik in handen te geven van de diocesane bisschop en bewaak of dit feitelijk gebeurt. Als de diocesane bisschop rechtstreeks betrokken is bij het misbruik, draag er dan zorg voor dat het misbruik in handen wordt gegeven van de bisschop van het andere bisdom.
  • Wijs de omstander op de vertrouwenspersonen bij wie hij desgewenst terecht kan om te vertellen wat zijn betrokkenheid als omstander bij het seksueel misbruik met hem doet of gedaan heeft.

uit eigen waarneming

HET VERMOEDEN VAN MISBRUIK ONTSTAAT UIT JE EIGEN WAARNEMINGEN

  • Wend je tot de parochiepastoor of een lid van het kerkbestuur met wat je hebt gehoord of gezien.
  • Vind je dat niet gewenst vanwege mogelijke betrokkenheid van de parochiepastoor of het kerkbestuur bij het misbruik, wend je dan tot de diocesane bisschop. Is de diocesane bisschop rechtstreeks betrokken bij het misbruik, wend je dan tot de bisschop van het andere bisdom.
  • De parochiepastoor of de diocesane bisschop neemt de aanpak van het misbruik van je over. Hij noemt in zijn contacten met de benadeelde en de beschuldigde je naam en hij vraagt je of je al dan niet aanwezig wilt zijn bij de gesprekken met de benadeelde en de beschuldigde.