Jongeren overstromen Rotterdam

Bijna alle deelnemers van de Europese Jongeren Ontmoeting zijn gearriveerd. Deelnemers komen vanuit heel Europa, zoals 400 uit Portugal, 1300 uit Frankrijk, 1200 uit Italië, 250 uit Rusland, 600 uit Litouwen en 1300 uit Kroatië. Om 17.00 uur was het wachten op nog slechts 1 bus uit Polen, waar meer dan 6000 deelnemers vandaan komen. Er zijn 30.000 mensen betrokken bij dit evenement, waarvan 10.000 Nederlanders.

Broeder Alois, prior van Taizé, sprak de jongeren toe die voor de eerste gebedsdienst in het Sportpaleis en hal 1 van Ahoy waren. De toespraak werd in 21 talen vertaald. Hieronder vindt u de tekst.

 

Frère Alois, Rotterdam, dinsdagavond 28 december 2010

Ik wil graag beginnen met enkele woorden in het Nederlands.

Wij zijn heel blij dat wij door jullie ontvangen zijn en daarom zou ik nu het liefst in jullie eigen taal spreken, maar het is beter dat ik Engels spreek, zodat zoveel mogelijk anderen het kunnen verstaan.

Wij zijn heel blij dat we voor het eerst een Europese Ontmoeting kunnen houden in Nederland. Jullie land heeft altijd een open blik naar de wereld gehad. Wij hebben vertrouwd op jullie gastvrijheid, en we zijn niet teleurgesteld. Bijna alle jongeren zijn ondergebracht in gastgezinnen.

In naam van alle Europese jongeren: heel veel dank aan de inwoners van Rotterdam en haar wijde omgeving, aan de verantwoordelijken van de kerken en aan de burgemeester van deze stad!

Verschillende Nederlandse kerkgenootschappen hebben ons uitgenodigd om hier te komen. Dat is een teken voor de toekomst van de Kerk: Allen die hun vertrouwen op Christus hebben gesteld, zijn, in hun rijke verscheidenheid, verenigd.

Wij willen ons hart ook wijd openzetten voor hen die aan deze ontmoeting deelnemen zonder Christus als hun referentiepunt, in het bijzonder voor de mensen uit de moslimgemeenschap.

Ook stellen wij ons hart open voor allen die niet in God kunnen geloven en die zoeken naar de zin van hun leven. Het geloof in Christus verwijdert ons niet van hen die niet kunnen geloven. Christus is gekomen opdat wij meer mens zouden worden, om ons als broeders en zusters aan elkaar te geven.

Bij ons werken aan de toekomst van onze samenleving, zitten we allemaal in hetzelfde schuitje. De aankleding van onze gebedsplaats in deze Ahoy-hallen, met zeilen als van een schip, beeldt dat trouwens goed uit.

Ieder van ons zoekt naar een persoonlijk antwoord op fundamentele vragen zoals: Wie of wat kan richting geven aan mijn leven? Welk doel is de moeite waard om me voor in te zetten?

Tijdens de lente in Taizé, vroeg een jonge vrouw uit Nederland mij wat ik verwachtte van de Ontmoeting in Rotterdam. Mijn antwoord was, misschien een beetje te spontaan: “Vreugde”. Dat antwoord heeft me niet meer losgelaten. Ik denk dat dát het is waar wij in deze dagen naar moeten zoeken: vreugde.

Twee weken geleden was ik in Santiago, in Chili, voor onze tweede Latijns-Amerikaanse Ontmoeting. Een ontmoeting die werd gekenmerkt door vreugde. Voor veel jongeren uit Latijns-Amerika is hun geloof in God nauw verbonden met levensvreugde, de vreugde van vriendschap, de vreugde om met andere samen te zijn.

Niettemin hebben de Chilenen een moeilijk jaar achter de rug. Zij vierden de tweehonderdste verjaardag van hun afhankelijkheid, maar het feest werd overschaduwd door allerlei problemen. De aardbeving en het watergeweld troffen vooral de armen; en de kloof tussen arm en rijk, die men bezig was te dichten, is op wrede wijze opnieuw zichtbaar geworden.

Op de eerste dag van de ontmoeting veroorzaakte een vreselijke brand in de gevangenis van Santiago tientallen doden en vele gewonden. Met enkele broeders ging ik op bezoek in een arme wijk bij een moeder die haar zoon, Israël, had verloren bij de brand. Hij was net 21 jaar geworden. Ik zou willen dat ik jullie het gezicht van die vrouw kon laten zien! Te midden van haar wanhoop en haar rouw, wist zij een zeer grote waardigheid te behouden.

Als wij in deze dagen proberen om onze levensvreugde opnieuw aan te wakkeren, gaat het daarbij niet om een makkelijke vreugde, om een vlucht uit moeilijkheden en lijden. Het gaat veeleer om de dankbaarheid voor het geschenk van het leven. Ik zou het woord ‘geschenk’ willen benadrukken. Het leven is een geschenk, dat niet uit onszelf komt.

Tegenwoordig hebben we steeds vaker het gevoel dat wij zelf vorm kunnen geven aan ons bestaan. Het is waar dat de technische vooruitgang ons ongehoorde mogelijkheden tot creativiteit biedt, waardoor wij ons lot ten dele in eigen hand kunnen nemen. Maar ik denk dat het heel belangrijk is dat wij groeien in de bereidheid om het leven te ontvangen, het te aanvaarden zoals het zich aan ons voordoet.

Als wij ons leven ontvangen als een geschenk, werpt dat nieuw licht op ons bestaan en op heel de schepping. Dit zet ons aan tot vreugde, maar ook tot verantwoordelijkheidszin.

Morgenochtend gaan jullie met elkaar uitwisselen over de oproep tot vreugde die in het evangelie klinkt. Jullie kunnen nadenken over hoe we daadwerkelijk kunnen kiezen voor deze vreugde. We mogen dat doen in het vertrouwen dat God ons zijn heilige Geest zendt om ons bij deze zoektocht te begeleiden.

Zie ook de berichtgeving op de jongerensite.  

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 29 december 2010