Liturgische kleren die uit de kast komen

‘Fashion for God’ is de titel van de indrukwekkende tentoonstelling van het Utrechtse Museum Catharijneconvent rond liturgische gewaden uit de 17de en 18de eeuw. Het zijn paramenten die een verhaal vertellen; van het koesteren van de geschiedenis in de tijd dat de katholieke kerk in Nederland ondergronds ging tot deftige dames die hun duurste baljurken aan de kerk schonken. Het gekoesterde textiele erfgoed van de Oud-Katholieke Kerk vormt de ruggengraat van de tentoonstelling.

Tekst: Jan-Willem Wits. Fotografie: Cindy Bakker.

Dat deze tentoonstelling mogelijk is, is al een verhaal op zich. In de stofwolken van de Reformatie raasde een beeldenstorm door kerkelijk Nederland, waarbij niet alleen heiligenbeelden sneuvelden maar ook een groot deel van de Middeleeuwse liturgische gewaden (of paramenten) bij het oud vuil verdween. Wat resteerde, werd zorgvuldig bewaard in de schuilkerken, de van buitenaf onzichtbare gebedshuizen waar katholieke gelovigen samen kwamen.

De liturgische mode in Europese landen die katholiek waren gebleven, kreeg in de 17de eeuw barokke trekken. Maar in Nederland werd bewust vastgehouden aan de stijl van de Middeleeuwen. De paramenten vertelden zo het verhaal van een kerk die trouw bleef aan haar eeuwenoude wortels, ongebroken verbonden met de apostelen en de eerste geloofsverkondigers in de lage Landen, Willibrord en Bonifatius. Vóór de Reformatie traden beide missionarissen zelden als duo op. Zelfs wanneer een liturgisch gewaad Middeleeuws aandoet maar een afbeelding van beide heiligen toont, is het zeker van de 17de eeuw.

Driehonderd jaar

Dat voor deze tentoonstelling vooral de Oud-Katholieke kledingkasten opengingen, heeft tevens te maken met het feit dat in de Rooms-Katholieke kerk beduidend minder zuinig met het erfgoed van de schuilkerken werd omgegaan. In de 19de en 20ste eeuw verdween daardoor een groot deel van de paramenten.

De Oud-Katholieken koesterden hun spullen beter en wie wat bewaart, die heeft wat. Daarom rijgt een belangrijke periode in de geschiedenis van de Oud-Katholieke Kerk als een rode draad door de tentoonstelling heen, met onder meer de verkiezing van Cornelis Steenoven tot aartsbisschop van Utrecht in 1723, nu driehonderd jaar geleden. Ook beeldbepalende figuren uit de tijd van de Hollandse Zending, zoals Steenoven, Petrus Codde en Philippus Rovenius passeren de revue.

De Haarlemse bisschop Dick Schoon schreef een speciaal essay voor de catalogus over de toenemende spanningen tussen een deel van de katholieke geestelijken en gelovigen in ons land en het Vaticaan, die uiteindelijk leidde tot een pijnlijk schisma waaruit de Kerk van Utrecht van de Bisschoppelijke Cleresie voortkwam. Deze voorloper van wat nu de Oud-Katholieke Kerk heet, zag zichzelf als de voortzetting van de katholieke geloofsgemeenschap in de Lage Landen die met Willibrord en Bonifatius begonnen was.

Kloppen

‘Fashion for God’ vertelt tevens het verhaal over vrouwen die in de onderduiktijd van de katholieke Kerk een (meer) prominente plek vervulden. Waar het maken van liturgische kleding tot die tijd vooral door mannen werd gedaan, werd die fakkel nu aan vrouwen overgedragen. Met name de kloppen, vrouwen die voor een nieuwe vorm van kloosterlijk leven kozen nadat de bestaande kloosters werden gesloten, speelden een essentiële rol in het maken van liturgisch textiel tijdens de 17de eeuw.

Bloemrijke motieven

Een eeuw later kreeg het modebeeld van priesters een andere vrouwelijke dimensie. Vooraanstaande dames stonden in die tijd hun mooiste baljurken af om te worden vermaakt tot kazuifels en andere liturgische gewaden. De geestelijken konden daardoor pronken met de duurste zijde, een overvloedig gebruik van goud- en zilverdraad en bloemrijke motieven. Niemand die dat vreemd vond, want het modebeeld van die tijd was, in hedendaagse termen, behoorlijk non-binair. Ook mannen schroomden niet om weelderige creaties te dragen.

Presentatie

Waar de catalogus bij de tentoonstelling, met als ondertitel ‘Religieus textiel uit Nederlandse schuilkerken 1580-1800’, nog een wat saaiige indruk maakt, vormt de presentatie van de liturgische kleding in het Catharijneconvent een imposant en kleurrijk feest voor alle zintuigen. De samenstellers Pim Arts en Richard de Beer (die promoveerde op een deel van de collectie) kregen daarbij steun van MAISON de FAUX, een creatieve studio die gespecialiseerd is in ‘performance art’ en mode. Met name de speciale sfeerkamers, waarin het dessin van liturgische kleding gebruikt is voor de muurbekleding, zorgen voor een spectaculair effect. Alleen al de finale zaal waarin kazuifels op ronddraaiende spiegels verwijzen naar hun oorsprong als baljurken in de salons van de betere kringen, is een bezoek aan ‘Fashion for God’ waard. Liturgie als heilig theater heeft in Museum Catharijneconvent een modieuze verschijning gekregen.

Leden van de Oud-Katholieke Kerk kunnen de tentoonstelling ‘Fashion for God’ gratis bezoeken (https://oudkatholiek.nl/tentoonstelling-met-uniek-oud-katholiek-erfgoed/). Rondom de expositie vinden verschillende lezingen en andere activiteiten plaats. Voor meer informatie: https://www.catharijneconvent.nl/tentoonstellingen/fashion-god/